Spant staat er inmiddels om bekend: de indrukwekkende bloemstukken die het gebouw aankleden. De man achter deze levende kunstwerken is Emile Jansen. Hij is verantwoordelijk voor de styling van Spant. Met zijn groene vingers geeft hij iedere zaal en ieder event een eigen gezicht. Of zoals hij het zelf zegt, ‘een eigen smoel’, want Emile werkt het liefst groots, stoer en robuust.
Een bijzondere combinatie
‘Het is misschien voor de buitenwereld niet de meest logische combinatie: food&beverage manager en decoratiespecialist. Maar voor mezelf des te meer. Alles komt samen in deze baan. Dat zal ik even uitleggen. Voor ik bij Spant ging werken was ik bloemist. Een vak waar ik per toeval ben ingerold. Als kleine jongen in Hilversum wilde ik boer worden. De hele dag in de buitenlucht, werken met dieren en de natuur. Ik had daar een romantisch beeld van. Maar tijdens mijn opleiding merkte ik dat het niet helemaal bij me paste. In het vierde jaar op de Tuinbouwschool kreeg ik het vak bloemschikken en werd er meteen door gegrepen.
Ik heb me er met veel plezier verder in ontwikkeld. Ik heb een bloemistvakopleiding gedaan, ging aan de slag bij bloemisten, deed mee met wedstrijden en won zelfs regelmatig. Toch begon er iets te kriebelen. Het gevoel van ‘er is nog zoveel meer’. Ik heb mijn baan opgezegd en ben via via bij Spant terechtgekomen. Eerst in de schoonmaak, daarna heb ik me langzaam opgewerkt. Het is een fantastische plek om te werken. Er gebeurt zoveel. Precies wat ik zocht.’
Altijd verse bloemen
‘Bij Spant ben ik de bloemen er altijd een beetje bij blijven doen. Maar het mocht de eerste jaren geen naam hebben. Toen Paul Haighton hier aan het roer kwam en hij hoorde van mijn oude vak, was het zijn voorstel om er veel meer aandacht aan te besteden. De bloemen zijn nu echt gezichtsbepalend voor Spant geworden. Het is een unique selling point. We hebben altijd verse bloemen en we pakken groots uit. Het pand leent zich er ook goed voor. Of sterker: het vraagt er gewoon om! Ik krijg carte blanche als het om styling gaat. En ik kan me helemaal uitleven. Natuurlijk neem ik mijn eigen smaak mee, maar ik kijk vooral wat goed bij Spant past. Ik werk veel met wit en groen. Het is neutraal, dus het werkt uitstekend als basis. De combinatie wit en groen is chique, niet schreeuwerig. Het haalt het pand omhoog. Natuurlijk werk ik af en toe met kleur om een accent te geven. Zeker als klanten van ons congrescentrum daarom vragen.’
Eigen stijl
‘Ik vind het lastig om mijn eigen stijl te omschrijven Ik werk namelijk heel intuïtief. Als ik iets moois of bijzonders zie, dan krijg ik meteen een ingeving om er iets mee te doen. Laatst fietste ik naar huis van Bussum naar Hilversum en zag in het bos een geweldig reusachtige tak liggen. Het had de vorm van een hertengewei. De volgende dag ben ik de tak gaan halen, heb ’m met een collega afgelakt en heb het hier opgehangen. Een tijdje geleden waren ze hier bomen aan het kappen, toen heb ik zelfs een dode boom naar binnen gesleept. Ik kan overal de schoonheid in zien. Soms staat er een gigantische bos bloemen en dan denk ik opeens: hier moet nog een stuk touw omheen.
Ik zoek altijd naar iets verrassends. Het mag wel een beetje smoel hebben. Ik houd van stoer, van dingen met karakter. Je zou het mannelijk kunnen noemen. Met tuttige boeketjes heb ik niet veel. Natuurlijk ga ik ook mee met trends. Planten voeren op dit moment de boventoon. Wat je nu veel ziet is een retro-look met ouderwetse planten zoals de sanseveria of de ficus in terracotta potten. Een 70’s gevoel, maar met een eigentijdse draai. Die trend zie je nu ook terug in Spant. Ik vind het wel wat hebben. Ik denk dat het een reactie is op al die minimalistische en klinische interieurs die we lang hebben gezien. En ook een reactie op de voorthollende technologie. We zoeken warmte en huiselijkheid.’
Luisteren naar de klant
‘Een eigen stijl is mooi, maar als je voor een bedrijf als Spant werkt, moet je ook goed kunnen luisteren naar de klant. Sommige klanten zeggen letterlijk, “maak er wat moois van, we vertouwen op jou”. Anderen zijn heel specifiek in hun wensen. Zij willen bepaalde kleuren, bepaalde bloemen. Met alle soorten wensen kan ik uit de voeten. Maar als een klant me direct vraagt wat ik ga doen, dan kan ik daar geen antwoord op geven. Een idee moet een beetje gaan groeien in mijn hoofd. Ik ga altijd zelf naar de veiling om planten en potten in te kopen. Als ik daar een tijdje rondloop, doe ik altijd weer nieuwe ideeën op. Zeker als ik met een verzoek van een klant in mijn hoofd rondloop, zie ik daar opeens mogelijkheden om dat in te vullen. En pasklaar antwoord heb ik dus niet, maar uiteindelijk komt daar altijd iets te staan waar de klant blij mee is. En ik ook.’
Samenwerken met de keuken
‘Natuurlijk werk ik ook intensief samen met ‘de keuken’. Decoratie en food presentatie moeten op elkaar zijn afgestemd. Chef-kok Joost van Rijswijk heeft daar ook uitgesproken ideeën over. Zijn street food-concept vind ik heel goed werken. Kleine kraampjes met een eigen specialiteit, zoals je dat op hippe food truck-festivals ziet. Het maakt een buffet meteen een beetje speels. Afgelopen zomer hebben we samen die kraampjes getimmerd. Juist die samenwerking, zowel met collega’s als met klanten, maakt dit werk interessant en uitdagend. Daarom vind ik de combinatie van F&B-manager en decoratiespecialist zo goed werken. Als F&B-manager sta ik op de vloer als het echt gebeurt, als het event of de theater in volle gang is. Ik houd van die vibe. Met z’n allen ervoor zorgen dat alles perfect verloopt. En dat in een mooi aangeklede ruimte. Ja, dat vind ik na al die jaren nog steeds prachtig. Als ik bloemist was gebleven – of laat staan boer was geworden – had ik dat allemaal niet meegemaakt. Zonde natuurlijk! ’